“artikel uit ons ledenblad jg14n°55
Dit jaar wordt in Berlaar tijdens de guldensporenviering de jaarlijkse cultuurprijs uitgereikt. Het kan misschien aan mij liggen, maar de winnares van dit jaar is mij compleet onbekend en het verrast me dan ook dat een onbekende Berlaarnaar de cultuurprijs wint. Een PC fanaat als ik ging meteen na het bekijken van wie de winnaar was even op google om te zoeken wat deze persoon gedaan heeft. Ik vind er niks van terug … Vandaar bovenstaande bemerking.
Mogen wij als fanfare niet een beetje trots zijn op onze werking en hopen dat we de appreciatie krijgen van de gemeente na een feestjaar als 2011 en als blijk hiervan de cultuurprijs winnen. De volgende jaren hebben we geen recht meer om de cultuurprijs te winnen, we hebben trouwens niet elk jaar zoveel culturele evenementen als in 2011. Ik weet dat een jubilee geen reden is om een cultuurprijs te winnen, staat zo in de reglementen. MAAR als je als vereniging en je jubeljaar een kalender uitbrengt met heel veel evenementen in vermeld en met de samenwerking van gemeente en andere verenigingen, een jubileumfestival houdt met 20 deelnemende fanfares, harmonieën en andere muzikale verenigingen. Berlaar dus Cultureel op de kaart zet. Dan verdienen enkel deze activiteiten als dat we de cultuurprijs zouden winnen. Dan heb ik het nog niet gehad over ons grootste concert. Een ongezien muzikaal spektakel waarbij zowel onze fanfare in de schijnwerpers plaatsten, maar ook de samenzangklassen van de Berlaarse muziekschool waren present. Voegen we hierbij het circus uit Antwerpen en onze eigenste Berlaarse Ropeskippers dan staat het wat mij betreft buiten kijf dat wij dit jaar de cultuurprijs hadden moeten winnen. Het is echt ongehoord dat de leden van de cultuurraad hier anders over beslisten.
Even een andere opmerking, door toedoen van erfgoed Vlaanderen zou de gemeente Berlaar wel bereid zijn om ons oude vaandel in samenwerking met deze erfgoedcel te laten opkalefateren en compleet te restaureren. De plannen zijn er, de uitwerking moet nog geschieden.
Ik concludeer hieruit dat ze wel respect hebben voor de stukken uit het verleden, maar tezelfdertijd geen inzicht hebben in de huidige organisatie. Met onze huidige investeringen in onze jeugd kunnen we zeker een mentale opsteken gebruiken. Maar ja, we zullen onze dromen maar even aan de kant schuiven.